-
1 Zweifel
Zweifel〈m.; Zweifels, Zweifel〉♦voorbeelden:jemandem kommen Zweifel • iemand gaat twijfelenkeinem Zweifel unterliegen • aan geen twijfel onderhevig zijnaußer Zweifel sein, stehen • geen twijfel lijdensich 〈 3e naamval〉 im Zweifel sein • in twijfel, dubio staaneine Aussage in Zweifel stellen, ziehen • een verklaring in twijfel trekken
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский